woensdag 28 februari 2018

Olympische Spelen

De laatste dag van februari. In de afgelopen weken kon je geen nieuwsmedium bekijken, of het ging over die Olympische Spelen in PyeongChang, Zuid-Korea. Ik ben blij dat dit sportevenement inmiddels achter de rug is. Niets ten nadele van de topprestaties van de sporters (driewerf hulde!), maar ik werd wel zat van die continue berichtgeving.
Zoals het soms gaat, dacht ik vaak aan Property Of Jesus. Een nummer van de elpee Shot Of Love. Dit album is de afsluiter van de zogenaamde gospel-trilogie, mede vanwege het motto dat op de hoes staat vermeld: “I thank thee, O Father, Lord of heaven and earth, because thou hast hidden these things from the wise and prudent, and hast revealed them unto babes.” -- Matthew 11:25
En het is het album met Heart of Mine, met de tomtom-bijdrage van Beatle Ringo Starr (bedankt Peerke!).
Enfin. Property Of Jesus. Met die zin You can laugh at salvation, you can play Olympic games. Salvation, heil, genade, precies het tegenovergestelde van de Spelen. Want heil is iets wat je krijgt, ontvangt zonder prestatie. En de Olympische Spelen zijn de omstandigheden, waarbij je zelf moet presteren om een plak te verdienen.
Ik kwam het nummer tegen, toen ik nog op de mavo zat. Voor het vak Engels moesten we voor meneer J. een liedtekst opzoeken en bespreken. Veel van mijn klasgenoten kwamen met She Couldn’t Laugh van Twarres. Ik zocht en vond een tekst van Dylan, Property Of Jesus.
Een paar maanden later kocht ik “Love and theft”; de rest is geschiedenis.

maandag 26 februari 2018

Luc Sante

De Vlaamse Amerikaan Luc Sante schreef voor preken, die door acteur Michael Shannon zijn voorgedragen. Dit is terug te zien op de dvd in de box Trouble No More, aflevering 13 uit The Bootleg Series.
In 2004 recenseerde Luc Sante voor The New York Review Of Books Bob Dylans boek Chronicles, volume one. Voorin de heruitgave van Chronicles staat een citaat uit de recensie van Sante afgedrukt ter aanprijzing van dit boek. Tom Willems vraagt zich af of beide Luc Sante's één persoon zijn.
In mijn kast staan drie edities van Chronicles. Twee hardcover, in de Amerikaanse versie en in de vertaling van Bindervoet & Henkes. Maar ook een paperback-versie uit 2005, dat ik voor een habbekrats kocht bij de plaatselijke kringloopwinkel. De naam van Luc Sante staat niet op de flap of in de voorpagina's van het boek afgedrukt.
Wel tal van andere aanprijzingen uit recensies. Zoals van Antony Quinn van Daily Telegraph (“Charming... Enthralling...). En ik denk aan Quinn the Eskimo.
Ook lees ik de bespreking: “Dylan's writing voice is almost as magnificent as his singing voice.” Was getekend, Kazuo Ishiguro van Observer, in de categorie Books Of The Year. Het is natuurlijk toeval dat deze in Nagasaki geboren Brit de Nobelprijs voor de Literatuur won, in het jaar direct volgend op Dylan's Nobelprijs.
Waarbij moet worden opgetekend, dat Ishiguro een schrijver van boeken is. Hij schreef onder meer het boek The Remains of the Day. Dylan is ook een schrijver van boeken, getuige Chronicles (die Ishiguro dus besproken heeft voor de krant) en Tarantula. Maar Dylan kreeg de Nobelprijs “for having created new poetic expressions within the great American song tradition.”
Dat is dan weer iets anders dan een schrijver “die, in romans met een sterke emotionele kracht, de afgrond onder ons denkbeeldig gevoel van verbondenheid met de wereld heeft blootgelegd.”

zaterdag 24 februari 2018

Achternamen

Zou Jada Borsato zich extra moeten inspannen, als zij zangeres wil worden? Zij heeft dezelfde achternaam als haar vader Marco. Van de voormalige Italiaanse pizzabakker mag zijn dochter meedoen aan talentenjachten. “Maar het schept meteen zulke hoge verwachtingen hè,” aldus Marco in een interview.
Jakob Dylan is zanger, net als zijn vader Bob. Jakob maakte naam als frontman van The Wallflowers en als solo-muzikant. De vraag die ik wel heb gehoord, is of de fans van The Wallflowers enig idee hebben wie Bob Dylan is. Ik denk het wel.
“Dylan” is overigens geen artiestennaam, maar het is de officiële achternaam van de man, die ooit geboren werd als een Zimmerman. Amerika is 'the land of the free', je kunt jezelf de naam geven die je wilt.
Bob Dylan liet zich inspireren door Woody Guthrie. Die kreeg een zoon, Arlo, die ook muzikant werd. In 1970 verscheen Arlo's album Washington County, met onder meer Lay Down Little Doggies van pa Woody. Maar op dit album staat ook Percy's Song van Bob Dylan.
Zou ik ook deze elpee hebben gekocht, als Arlo niet de zoon van Woody was? Had ik deze plaat ooit in mijn bezit gekregen, als Percy's Song hier niet op stond?

donderdag 22 februari 2018

Kronieken 33: Graham en Was

Gisteren overleed Billy Graham, evangelist. Ik raak altijd in de war. Want is deze Amerikaan een multi-talent, die ook concerten promoot? Het afscheidsconcert van The Band, Thanksgivingsday 1976 in Winterland Ballroom in San Francisco, California, werd ook georganiseerd door Bill Graham.
En daar zit hem natuurlijk de kneep. Want de concertpromotor is Bill Graham, geboren in 1931 als Wulf Wolodia Grajonca en overleden in 1991. Slechts zestig jaar jong. De gisteren overleden televisiedominee Billy (Billy!) Graham zag in zijn paspoort William Franklin Graham staan, werd geboren in 1918 (dus al dertien jaar ouder dan zijn naamgenoot) en overleed dus gisteren, bijna honderd jaar.
Enfin.
Dankzij Tom Willems weet ik dat Don Was onlangs met Dylan in de studio is geweest. Een nieuwe plaat moet verschijnen nog voor de tournee van komende herfst. Don Was kennen we als producer van Under The Red Sky, een ondergewaardeerde plaat – maar wat wil je, als opvolger van Oh Mercy.
We zullen moeten afwachten.
Misschien dat Was als muzikant bij Dylan was, en niet als producer. Want His Bobness heeft sinds jaar en dag een uitstekende producer: Jack Frost. Afwachten, eerst nog het staartje winter, daarna de zomer en dán horen we de nieuwe Dylan-plaat.
Als die er komt.

maandag 19 februari 2018

Father Of Night


Afgelopen weekeinde ben ik met mijn broers en zwagers op pad geweest. Muziek luisteren. Niet per se Bob Dylan. De man kwam wel regelmatig aan bod. Niet geheel ten onrechte, natuurlijk. Tijdens het luisteren naar de muziek, werd het nummer Father Of Night gedraaid.
Father Of Night staat op de elpee New Morning, dat vier maanden ná Self Portrait verscheen. Veel zien daarom in New Morning een poging om de schade te herstellen, dat de dubbelaar had veroorzaakt. Want Self Portrait, een album met covers, wat live-materiaal, orkesten, het was niet wat Dylan 'was'.
De zanger zelf wilde met Self Portrait zichzelf vervreemden van zijn publiek. De nummers die hij wilde spelen, gooide hij eerst tegen de muur. Wat bleef hangen, was goed genoeg om op te nemen. Wat naar beneden viel, werd ook maar opgenomen. Alles was ten dienste van de vervreemding. Die afstand tussen artiest en publiek werd dus bereikt.
En weer verkleint met New Morning, is het verhaal.
Er is ook dat verhaal voor een toneelstuk. Al in de zomer van 1969 had Dylan contact met dichter Archibald MacLeish. Die maakte van het boek The Devil and Daniel Webster van Stephen Vincent Benét een toneelstuk: Scratch. MacLeish vroeg Dylan voor de muziek voor dit toneelstuk. Dylan schreef een drietal nummers: New Morning, Time Passes Slowly en Father of Night. Maar MacLeish was ontevreden over Dylan's bijdrage, want de teksten waren “niet donker genoeg”.
En dus werd er gebruik gemaakt van Dylans oude materiaal. Dat mocht overigens niet baten. Scratch was op “Broadway very briefly” te zien. Gelukkig hebben we de plaat New Morning nog.
Een plaat waarop de uitvoerende artiest en de albumtitel ontbreken (net als op bijvoorbeeld Nashville Skyline). Len Siegler maakte de foto van de artiest, die de hoes overigens zelf heeft ontworpen. Op de achterkant staat een foto, eveneens van Siegler, met Dylan en Victoria Spivey. De opener If Not For You werd door George Harrison op diens album All Things Must Pass ook opgenomen.
Van New Morning heb ik twee elpee-versies staan. Een persing van Music On Vinyl uit 2012. Maar ook een origele persing uit 1970, “printed in Holland”. Dat voor de statistieken.
Father Of Night. Mooi nummer om te luisteren.

donderdag 15 februari 2018

Dylan-rammel


Tom Willems heeft een nieuw boek geschreven: De Dylan-rammel en andere stukken. Goede titel. Het is het elfde boek van – naar verluidt - de grootste Dylan-kenner van de Lage Landen. Mooi vooruitzicht. Om in bezit te komen van dit boek, moet je wel naar Ulft. Tijdens de Bob Dylan Special in DRU Cultuurfabriek, Ulft wordt het boek gepresenteerd.
Dylan-rammel, dus.
Afgelopen maandag schreef ik over George Harrison en Dylan. De samenwerking tussen beide muzikanten. Bob Dylan trad 1 mei 2009 op in Echo Arena, Liverpool, de Beatle-stad. In zijn speellijst stond ook het nummer Something, dat geschreven en gezongen werd door Harrison en te vinden is op het Beatles-album Abbey Road (1969).
Een live-opname is als opvulling terug te vinden op The Amsterdam Box, de bootleg met de drie shows die Dylan tijdens het Paasweekend 2009 in de Heineken Music Hall gaf.
In 2014 verscheen The art of McCartney, een tribute-album voor de zingende bassist. Bob Dylan had ook een bijdrage met het nummer Things we said today.
Op de plaat Tempest staat Roll On, John, een ode aan de vermoordde zanger uit Liverpool. Of gaat het toch over de apostel Johannes?
De enige ‘Kever’ met wie Dylan geen directe link heeft, is drummer Ringo Star. Maar die mocht gewoon meedoen tijdens de ontmoeting in 1964.

maandag 12 februari 2018

All things must pass


Afgelopen weekend luisterde ik naar de elpee All Things Must Pass van Beatle George Harrison. All Things Must Pass is het derde soloalbum van de gitarist, telt drie albumschijven en is het eerste dat verschijnt na de definitieve breuk van The Beatles in 1970.
Op deze plaat staat onder meer een versie van If Not For You, geschreven door Dylan. Maar dit nummer is niet de enige bijdrage van Dylan voor Harrison. Want hij schreef ook mee aan opener I’d Have You Anytime.
Terwijl ik hier naar luisterde, dacht ik aan de lyrics van Dylan. Want je hebt natuurlijk de verschillende boeken met liedteksten van Dylan. Hierin staan onder meer Tears Of Rage in, geschreven met Richard Manuel. Of This Wheel's on Fire, geschreven met Rick Danko.
Maar buiten deze canon vallen nog meer teksten van Dylan, die hij samen met anderen schreef. Neem bijvoorbeeld Sweet Amarillo, dat door Old Crow Medicine Show op cd is gezet (de cd is Remedy uit 2014). En dan heb je natuurlijk ook nog dat voorbeeld van Ballad Of Easy Rider van Roger McGuinn.
Bob Dylan schreef op een servet de regels “The river flows, it flows to the sea/Wherever that river goes, that's where I want to be/Flow, river, flow,” wat hij via scenarist Peter Fonda aan McQuinn gaf. “He'll know what to do with it,” was de opdracht van de meester-tekstschrijver.
Het nummer is de soundtrack van de film Easy Rider uit 1969. Dylan heeft geen aanspraak gemaakt op de royalties. Maar hij is dus wel op z'n minst mede-verantwoordelijk voor deze song. Een tekst die je in geen Dylan-songbook verder tegenkomt.
Volgens mij zijn er zo meer nummers, waarbij Dylan formeel of officieus als tekstschrijver bij betrokken is, maar die we niet in zijn lijst geschreven nummers zien staan.
Dat maakt het leuker om zulke nummers te ontdekken.

zondag 11 februari 2018

Micky Jones


Afgelopen week overleed drummer en acteur Mickey Jones. Hij is de drummer van The Hawks/The Band, toen zij Bob Dylan begeleidden op diens “elektrische tournee” in 1966. Jones verving Levon Helm, die het boe-geroep niet meer aankon.
Tijdens deze tournee maakte Jones een eigen filmverslag. Hij had een filmcamera mee, waarmee hij nauwgezet de tournee op de gevoelige plaat legde. In zekere zin is Jones dus de chroniqueur van een van de meest legendarische concertreeksen ter wereld.
De Dylan-verslaggever overleed in de week dat ik daadwerkelijk begon als opmaakredacteur bij NDC Mediagroep. Ik ben niet echt een journalist of verslaggever, dus ik doe voor de weekbladen geen werk zoals de Mr. Jones uit Ballad Of A Thin Man. Veel meer ben ik als weekblad-redacteur een chroniqueur, iemand die artikelen verzamelt en doorgeeft.
Ik lijk wat dit onderdeel van mijn vak betreft, veel meer op die Mr. Jones, die van achter zijn drumstel een verlag maakte van Dylan's tournee.

vrijdag 9 februari 2018

Kronieken #32: Newspapermen

De afgelopen week ben ik begonnen als opmaakredacteur bij NDC Mediagroep. Dit krantenbedrijf is de uitgever van de Leeuwarder Courant, het Friesch Dagblad en het Dagblad van het Noorden. Daarnaast zijn ook tal van weekbladen onderdeel van de Noordelijke Dagblad Combinatie. Ik ben een van de redacteuren die de Drachtster Courant opmaakt.
De afgelopen dagen schoot me regelmatig de zin Newspapermen eating candy door mijn hoofd. Deze zin komt uit het nummer When I Paint My Masterpiece. De eerste versie van dit nummer werd opgenomen door The Band voor hun album Cahoots uit 1971. Een jaar later verscheen Dylan's eigen versie, als bonus-track op Bob Dylan's Greatest Hits Vol. II (of: More Bob Dylan Greatest Hits).
The Band speelde een live-versie van dit nummer tijdens The 30th Anniversary Concert Celebration. Het gaat hier om de nieuwe samenstelling van The Band. Dus zonder 'frontman' Robbie Robertson, maar wel met Richard Bell en Randy Ciarlante en Jim Weide. Het is overbodig om te vermelden dat The Band halverwege de jaren zestig met Dylan op tournee was, toen de dichter de overstap maakte naar elektrische muziek
The Band was toen nog bezig om zich te ontwikkelen van The Hawks (begeleidingsband van Ronnie Hawkins) naar The Band. Tijdens de tournee met Dylan trok drummer Levon Helm het boe-geroep niet meer en stapte tijdelijk uit de groep. Zijn drummerskruk werd bezet door acteur en drummer Mickey Jones. Hij overleed deze week.
En zo komt het dus dat deze Mr. Jones is te horen op dat beroemde Judas!-concert, waarbij hij snoeihard op zijn snaredrum slaat om Like A Rolling Stone in te starten. Mickey is geen familie van de Mr. Jones uit Ballad Of A Thin Man, het nummer dat Dylan schreef over de journalistiek (Because something is happening here but you don't know what it is, Do you, Mr. Jones?).
Het valt ook niet mee om de wereld om je heen te begrijpen. Ook niet als journalist, een persoon die juist wordt betaald om de wereld in een begrijpelijke context te plaatsen.
Ach, ik doe gewoon mijn werk als redacteur bij NDC Mediagroep. Niet om de wereld te doorgronden. Wel om de wereld via tekst (en via opmaak, soms) te vereenvoudigen. Met een snoeperijtje.

woensdag 7 februari 2018

Hurt

De Amerikaanse band Nine Inch Nails komt woensdag 27 juni naar Nederland. De mannen geven dan een optreden in AFAS Live, de voormalige Heineken Music Hall. En ik weet, Nine Inch Nails heeft niets met Dylan te maken. En toch zijn de dwarsverbanden helder.
Want Trent Reznor, zanger van de band, schreef het nummer Hurt naar aanleiding van zijn heroïneverslaving en de pijn die hij daarmee zichzelf en anderen toebrengt. Johnny Cash nam dit nummer op voor The Man Comes Around, deel vier uit de American Recordings. Deze album-reeks is onder productie van Rick Rubin.
De clip van Cash' Hurt is een van de meest indrukwekkende muziekvideo's. Kort na de opnames overlijdt zijn vrouw June aan complicaties na een hartoperatie. Johnny Cash, in diepe rouw, overlijdt zelf 3 maanden later op 12 september 2003. Een maand later vertrok Bob Dylan naar Europa, voor een tournee van twee maanden.
Tijdens deze Europese tournee trad Dylan twee avonden op in de Heineken Music Hall, dat tegenwoordig AFAS Live heet. Tijdens alle shows speelde Dylan het nummer Every Grain Of Sand (“I am hanging in the balance of a perfect, finished plan”); de eerste Nederlandse show, waar ik bij was, speelde Dylan een schitterende uitvoering van Girl From The North Country.
Dit nummer stond voor het eerst op Dylans album The Freewheelin' Bob Dylan uit 1963. Zes jaar later nam Dylan het nummer opnieuw op voor Nashville Skyline, ditmaal als duet met Johnny Cash. En deze J.R. Cash nam in 2002 een versie op van Hurt van Nine Inch Nails.
Deze Amerikaanse industrial rockband staat woensdag 27 juni in AFAS Live, de voormalige Heineken Music Hall.

maandag 5 februari 2018

Super Bowl

Afgelopen nacht was het in Amerika tijd voor de Super Bowl. De Philadelphia Eagles klopte in de 52ste editie van Americanfootbalfinale vijfvoudig kampioen New England Patriots met 41-33. Leuk, maar interessanter is tegenwoordig het muzikaal spektakel tijdens de pauze.
Justin Timberlake trad voor de derde keer op en bracht onder meer een eerbetoon aan de twee jaar geleden overleden Prince, die in Minneapolis geboren is. In Minneapolis werd de finale gehouden. Minneapolis ligt in Minnesota, dezelfde staat als waar Dylan is geboren.
Vier jaar geleden was Dylan ook bij de Super Bowl. Hij prees toen de Chrysler-auto aan met de woorden “There’s nothing more American than America.” De oude bard was al vaker te zien in een reclame. Zoals de lingerie-reclame met Adriana Lima, die engelenvleugels en lingerie van Victoria’s Secret draagt.
Zo gaan die dingen. Welkom in het land van de onbegrensde mogelijkheden.

zondag 4 februari 2018

Floater (Too Much to Ask)

Gisteren schreef ik over “Love And Theft”, het Dylan-album uit 2001 waarmee het voor mij allemaal begonnen is. Eigenlijk wilde ik iets schrijven over het nummer Floater (Too Much to Ask). Want Floater is een synomien voor glasvochttroebeling, schaduwachtige vormen die alleen of in groepen voorkomen in het gezichtsveld, in de vorm van puntjes, draden of stofwebben hebben en langzaam de oogbewegingen volgen.
Dylan nam het nummer Floater (Too Much to Ask) op in de Clinton Recording Studios in New York, mei 2001. Voor deze song leende Dylan twee regels uit Confessions Of A Yakuza van Junichi Saga uit 1991: 'My old man, he's like a feudal lord', en 'I'm not quite as cool or forgiving as I sound'.
Maar dat is iets voor gisteren. En misschien is het ook wel teveel gevraagd.
Voor vandaag is iets anders. Namelijk Kick Bras. De emeritus predikant van de Protestantse Kerk in Nederland en bestuurslid van Herademing, een oecumenisch tijdschrift voor spiritualiteit en mystiek, was vanmorgen te gast bij De Verwondering. Interessant gesprek, maar ik miste wat. De naam van de dominee kwam me bekend voor, maar de link werd in het interview met Annemiek Schrijver niet gelegd.
De link legde ik dan maar zelf.
In 2016 verscheen bij de theologische uitgeverij Narratio het boekje The answer is blowing in the wind. De spiritualiteit van Bob Dylan – geschreven door Kick Bras. Maar daar was bij de KRO-NCRV deze zondagmorgen geen aandacht voor.
Misschien ook wel teveel gevraagd.

zaterdag 3 februari 2018

Kronieken #31: “Love And Theft”

Afgelopen week zag ik een aflevering de NPO-serie De Brug. Het ging in dit geval over het New Orleans, Amerika van na orkaan Katrina. Deze orkaan ontwikkelde zich in augustus 2005 en vernietigde veel van de muziekstad. Ik moest denken aan het optreden van Bob Dylan in Ahoy, oktober 2005. Bij de band introduction vertelde Dylan over zijn bandleden:
“George Receli is on the drums, he’s from New Orleans….Tony Garnier is on bass, he’s from New Orleans too.”
Op het album “Love And Theft” staat het nummer High Water (For Charley Patton). Dit is een van de nummers die gebaseerd is op de overstroming van de Mississippi in 1927, toen bijna 150 dammen braken, meer dan 200 mensen stierven en tienduizenden mensen dakloos werden. De titel van het nummer verwijst naar High Water Everywhere, een van de opnames van Charley Patton, die in 1934 overleed.
Mississippi is een belangrijke rivier en stroomt door of langs de staten Minnesota, Wisconsin, Iowa, Illinois, Missouri, Kentucky, Tennessee, Arkansas, Mississippi en Louisiana en komt uit in de Golf van Mexico. Deze grote rivier speelt een belangrijke rol in Dylans leven. Op “Love And Theft” staat het gelijknamige nummer.
In “Mississippi” komt de mooie zin “You can always come back, but you can't come back all the way” voor. Een parafrase van De Verloren Zoon (Lucas 15, You can always come back) en de overspelige vrouw (Johannes 8, Ga heen en zondig niet meer).
“Love And Theft”, liefde en diefstal. Dit album uit 2001 is de plaat waarmee ik instapte in het rijke oeuvre van de zanger. Hiermee begon mijn Dylan-liefde, inmiddels ruim 17 jaar geleden.

donderdag 1 februari 2018

Elvis Costello

En dan is het februari. De eerste maand van 2018 hebben we inmiddels achter de rug. Het heeft geen groots Dylan-nieuws opgeleverd. Geen aankondiging van een nieuwe plaat. Evenmin een Grammy Award. Maakt niet uit, kunnen we rustig teruggrijpen op wat we al hebben. En dat is al veel.
De Britse zanger Elvis Costello geeft 5 juli een optreden in de tuin van Paleis Soestdijk. Met zijn band The Imposters opent hij de derde editie van Royal Park Live. Ooit trad Elvis op met Bob Dylan. Costello was te gast op het podium van Dylan. De gastheer introduceerde hem met de woorden: “A man who needs no introduction, Elvis Costello.”
Vervolgens spelen de twee een uitvoering van I Shall Be Released. Datum van optreden: 26 juli 1999, locatie New York City.
Dat was toen. Mogelijk dat de organisatie van Royal Park Live wél een introductie geeft van Elvis Costello. Mocht de organisatie dat doen, laat hen dan deze opmerking van Dylan door de luidsprekers doen klinken.