woensdag 3 januari 2018

1968

Het jaar 1968 was een revolutiejaar. Volgens de NOS kwamen in dat jaar jongeren overal ter wereld in opstand tegen het gezag. In het communistische Tsjecho-Slowakije broeide het. Vandaag is het precies vijftig jaar geleden dat de progressieve leider Alexander Dubçek er aan de macht kwam en de Praagse Lente inluidde.
Voor de Verenigde Staten stond 1968 in het teken van de moord op de zwarte leider Martin Luther King en rassenrellen. Tegelijkertijd werden protesten tegen de Vietnam-oorlog steeds luider. Vooral nadat bekend werd dat het Amerikaanse leger een bloedbad had aangericht in het Vietnamese dorpje My Lai.
Dat is dus een halve eeuw geleden. Waar was Bob Dylan? De man die de stem van de generatie vertolkte. Die opkwam voor de burgerrechten van de zwarte bevolking. Die tegen oorlogen demonstreerde. De jongen op wie massa's mensen hun hoop hadden gevestigd. Maar nee, hij gaf niet thuis.
Op de valreep van 1967 had hij John Wesley Harding uitgebracht, twaalf songs over outlaws, zwervers, immigranten, boodschappers en heiligen met een oudtestamentische moraal. “In zijn huis in Woodstock ligt tegenwoordig een grote King James Bible geopend op een standaard in het midden van zijn studeerkamer. Van alle boeken die overal in dat huis liggen, krijgt die bijbel de meeste aandacht. Voortdurend springt hij recht om er het een en ander op te zoeken,” herinnerde zich de moeder van Dylan. Naast de bijbel liggen de gebundelde liedteksten van Hank Williams.
En pas in april 1969 zou de volgende plaat komen: Nashville Skyline, opgenomen in een muzieksoort van het conservatieve Zuiden. Dylan was de stem van zijn generatie. Zeker, dat was hij. Maar de tijden veranderen, nietwaar? En hij zou bezorgd moeten zijn over dit soort ontwikkelingen als in '68. Maar ja, de dingen zíjn nu eenmaal veranderd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten